Elke hond doorloopt vanaf het moment dat hij geboren wordt tot aan de volwassenheid een aantal ontwikkelingsfasen. Elk met zijn eigen specifieke kenmerken.

Fasen

We kunnen het leven van de hond in de volgende fasen verdelen:

  1. Prenatale fase
  2. Neonatale fase
  3. Overgangsfase
  4. Primaire socialisatiefase
  5. Secundaire socialisatiefase
  6. Rangordefase
  7. Adolescentiefase
  8. Volwassenheid.

1. De prenatale fase

Dit is de periode dat de pup nog in de baarmoeder zit.

Bij honden is er nog geen onderzoek gedaan naar de invloed van bijvoorbeeld stress van de moeder, omgevingsgeluiden en andere indrukken die tot de baarmoeder doordringen. Bij muizen en ratten is dergelijk onderzoek wel gedaan en we weten dat deze dieren onrustiger zijn in hun latere gedrag als de moeder tijdens de dracht onder stressvolle omstandigheden leefde. Bij mensen is er veel onderzoek gedaan en is het bewezen dat de prenatale fase invloed heeft op de latere ontwikkeling van het kind.

Klik hier voor een filmpje van pups in de baarmoeder

2. De neonatale fase

Vanaf de geboorte tot ongeveer 14 dagen oud.

Deze periode wordt ook wel de vegetatieve fase genoemd. De pup is doof en blind. Wel kan hij ruiken en uitstekend de tepel van de moeder vinden. De allereerste inprenting, op bijvoorbeeld geur want de ogen en oren zijn nog niet geopend en de motoriek is nog niet volledig op gang, begint waarschijnlijk nu al en duurt tot ongeveer 7 weken.

Klik hier om de geboorte van een boxerpup te zien 

3. De overgangsfase

De derde levensweek.

In de derde levensweek gaan alle zintuigen van de pup functioneren. Eerst gaan de ogen open, kort daarna de gehoorgangen. Er gaat letterlijk een wereld voor de jonge honden open! Ook de motoriek ontwikkelt zich. Een beetje wiebelig staan de pups voor het eerst op hun pootjes.

In de eerste weken hadden de puppy’s het likken van de moeder nodig om de ontlasting op gang te brengen, nu kunnen ze het alleen af. De pups maken een pril beginnetje met zindelijkheid en gaan buiten het nest poepen en plassen. Puppy’s die daar in (en na) deze tijd de kans niet voor hebben gekregen hebben later vaak moeite met zindelijk worden. Deze honden bevuilen later zélfs hun eigen nest.

De nestgenoten onderling beginnen op elkaar te reageren door middel van grommen en kort tegen de vierde week oud beginnen de pups te kwispelen.
Er is verschil in snelheid van ontwikkelen tussen de rassen onderling. Zo hebben vrijwel alle Beagle’s hun oogjes open met 2 weken. Bij de Jack Russell Terriër is dat maar een kleine 10%.

4. Primaire socialisatiefase

Vanaf de vierde tot ongeveer de twaalfde week.

Dit is waarschijnlijk de meest belangrijke periode uit het leven van een hond. In deze periode wordt nog steeds ingeprent op soortgenoten maar vindt tevens de belangrijke socialisatie op “de wereld” plaats. Alles wat de pup nu meemaakt wordt ervaren als normaal en nóóit meer vergeten.

Tot de zevende á achtste week is het hondje nog bij de fokker. Deze speelt een belangrijke rol in deze periode. Een goede fokker zal het hondje kennis laten maken met zowat alles wat de pup in zijn latere leven tegen kan komen. Kinderen, katten, harde geluiden, de auto, dagelijkse geluiden zoals de stofzuiger, de televisie enz. enz.Dat gaat gemakkelijk want pas rond de zevende week is het vluchtinstinct volledig ontwikkeld. Na de zevende week wordt het socialiseren dus veel moeilijker. Als er bij de fokker slecht ingeprent en/of gesocialiseerd is wordt het soms zelfs onmogelijk.

Meestal mogen de toekomstige eigenaren van de pups op bezoek komen. Dat is leuk voor de toekomstige eigenaren maar tevens van groot belang voor de puppy’s. Zo socialiseren ze op kinderen en volwassenen. Veel fokkers laten ook andere honden bij het nest komen. Zolang dit medisch verantwoord is, en als de moederhond er niet door van slag raakt, is dit een goed idee. Zo leren de pups dat er honden zijn met flaporen, met staande oren, grote honden, kleine honden, krulhaar, lang haar, zwart, wit, bruin en nog véél meer verschillen in honden.

Als het goed is gaan de pups ook al af en toe mee de straat op. Zo leren ze als vanzelf wat auto’s, fietsers, brommers, de vuilniswagen, klapperende reclameborden ect. zijn. Op deze leeftijd treden de puppy’s de wereld open, nieuwsgierig en vol vertrouwen tegemoet mits er niets mis is met erfelijke aanleg en de allereerste inprenting en socialisatie periode goed zijn verlopen.

Hopelijk went de fokker de pup ook al aan een halsbandje en aan het lopen aan de riem. Dat gaat het gemakkelijkste tussen de 6 en 9 weken. Het is razend belangrijk om pups bloot te stellen aan al deze prikkels want dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat hij de rest van zijn leven bestand is tegen diezelfde prikkels.

Pups leren op deze leeftijd niet alleen wat de omgeving betekent maar leren ook al hondentaal. Ze oefenen door middel van spel dat je niet al te hard mag bijten want dan spelen je nestgenootjes niet meer mee, vertonen al copulatie bewegingen, machtsvertoon en onderdanigheid. Het is allemaal oefenen voor later. De moederhond is de spelleider en bepaalt de grenzen. Als het er te ruig aan toe gaat grijpt ze in.

Rond de zevende week verlaat de pup in de natuur het nest. Dat gaat niet zonder slag of stoot want pa staat hem op te wachten en doet een soort van puppytest. Vader pakt de pup flink aan, rolt hem om, grijpt in de nek. Als de pup de juiste hondentaal vertoont en zich onderwerpt en/of terug naar het nest gaat dan is er niets aan de hand. Met pups die gestoord gedrag vertonen loopt het slecht af. In een roedel kan je dergelijke roedelgenoten niet gebruiken want die vormen een bedreiging voor diezelfde roedel.

Rond de zevende á achtste week vindt er bij onze huishonden ook een belangrijke gebeurtenis plaats. Zijn toekomstige huisgenoten komen hem ophalen en de pup gaat wonen waar hij hopelijk de rest van zijn leven door zal gaan brengen.

5. De secundaire socialisatiefase

Vanaf 12 weken tot ongeveer 6 maanden.

Vaak wordt gedacht dat de socialisatie ophoudt met 12 weken. Dit is niet helemaal correct. Het is niet zo dat een pup op maandag 11 weken en 6 dagen is en nog kan worden gesocialiseerd en de andere dag niet meer. Socialisatie gaat verder, eigenlijk het hele leven lang. Wel is uit onderzoek gebleken dat pups die vanaf de geboorte tot een week of 14 geen contact met mensen hebben gehad onherstelbaar beschadigd zijn. Pups die tot 7 weken geen contact met mensen hebben gehad en na de zevende week wel kunnen vaak nog iets herstellen al dan niet in combinatie met gedragstherapie en medicatie.

6. Rangordefase

Ergens tussen de derde en vijfde levensmaand.

De periode tussen de derde en vierde á vijfde maand wordt de rangordefase genoemd. Dat is niet voor niks. Broers en zussen uit hetzelfde nest bepalen nu onderling hun rangorde. Dat telt dus ook voor de pup in de menselijke roedel. Stel consequent regels en maak ze ook waar. Dit zal de eigenaar heel het leven van de hond moeten blijven doen want rangorde wordt bij honden continue opnieuw vastgesteld.

De pup zal in deze periode bij zijn soortgenoten gaan uitproberen hoe ver hij kan gaan. Het is onverstandig een pittig puppy vaak te laten spelen met andere pups waarover hij kan bazen. Het beestje doet dan teveel ‘winnaarervaring’ op en leert dat hij alles en iedereen de baas kan. Later kan dat resulteren in probleemgevend gedrag zoals bijvoorbeeld het zich niet onderwerpen aan een andere hond, agressie, opspringen, alles en iedereen omver lopen.

Een afwachtend hondje laat je soms juist wel met een andere hond spelen waarvan het kan winnen. Dergelijke pups laat je vooral weer niet teveel met pittige andere honden spelen. De kans bestaat dat ze bang worden hetgeen later zou kunnen resulteren in onder andere angstagressie. Het volgen van een goede puppycursus en Junior Training is een prima idee.

7. Puberteit.

Ergens tussen de 6 en 18 maanden.

De jonge hond wordt geslachtsrijp. De hond zal zich gaan verzetten tegen de baas, hij is ongehoorzaam, Oost-Indisch doof en daagt de geleider uit. Het is overduidelijk dat Junior probeert om zelf de baas te worden. Blijf consequent! Zet een stapje terug met de oefeningen om die later weer op te bouwen.

Word nooit ongeduldig! Een hond moet dit proberen, hij kan niet anders. Door vriendelijk en consequent te handelen help je je hond door deze, ook voor hem moeilijke periode, heen te komen. Je hond zal jou aan het eind van deze periode nog steeds als zijn baas beschouwen. De Junior Training van PuppyStar, onze pubercursus, begeleidt de hond en zijn baasje hierbij.

In de puberteit treden hormonale veranderingen op. Reuen gaan onder invloed van het hormoon testosteron mannelijk gedrag vertonen. Ze beginnen hun poot op te tillen en te markeren. Ook kunnen ze gaan krabben nadat ze hun behoefte hebben gedaan. Sommige reuen gaan, tot schrik en ergernis van hun eigenaren, in de puberteit voor het eerst vechten met soortgenoten, meestal met andere reuen. Het is afhankelijk van de fysieke kracht, de hoeveelheid winnaar- en verlieservaringen én van de houding van de eigenaar hoe dit gedrag zich verder gaat ontwikkelen.

Teven worden in deze periode voor het eerst loops. Ook teven kunnen gedragsveranderingen laten zien. Vlak voor de loopsheid zijn ze soms wat ongehoorzamer. Veel teven worden wat kattiger met name naar andere teven. Er zijn teven die, net als reuen, gaan markeren, soms zelfs met hun poot omhoog.

Voor eigenaren is de puberteit van hun hond een lastige periode. Het dier wordt ongehoorzamer. Het lijkt wel of hij alle wijze lessen vergeten is. Daarbij komt ook nog dat de hond het territorium gaat verdedigen hetgeen kan leiden tot geluidsoverlast en agressie.

In de puberteit worden veel honden weggedaan. Meestal betreft het hier honden die slecht gesocialiseerd en/of niet goed opgevoed zijn. Eigenaren die een cursus volgen zijn in de puberteit ook wel eens ten einde raad maar als de basis goed is en het dier krijgt in de puberteit een goede begeleiding dan komt er weer rust als de hond volwassen is geworden.

8. Volwassenheid

Vanaf 14 maanden –  … jaar

Veel mensen denken dat een hond volwassen is zodra hij zijn eerste verjaardag viert. Dit is niet correct. De volwassenheid van een hond is afhankelijk van het ras. Kleine honden zijn eerder volwassen dan de grote rassen. Zo is een Duitse Dog pas volwassen als hij ongeveer 2 ½ jaar is. Honden groeien na hun eerste verjaardag lichamelijk nog door. De spieren ontwikkelen zich, het lijf zwaart uit, ze krijgen meer “body”. Er is verschil tussen geestelijke volwassenheid en lichamelijke volwassenheid!

Honden die gedurende hun jeugd geen goede begeleiding hebben gehad zullen nu een einde gaan maken aan de onzekerheid over hun plaats in de roedel. Dit kan leiden tot dominant gedrag, opdringerig gedrag, druk gedrag en agressie. Gedragstherapie kan hier uitkomst bieden.